De Monsterkamer

Verslag Inloop + speciale gast: Roger Willems

Op 3 november 2016 was Roger Willems van Roma Publications  te gast tijdens de inloop in De Monsterkamer. Hieronder, tussen de foto’s door het verslag. Fotografie: Justina Nekrašaitė.

2

“Al op de academie maakte ik boekjes voor medestudenten”, vertelt Roger Willems, die in 1994 afstudeerde aan de St. Joost in Breda, van 1993 tot 1995 assistent was van Karel Martens en tot 1999 de post-academische ontwerpafdeling deed van het Sandberg Instituut in Amsterdam. “Op de St. Joost kwam ik Marc Nagtzaam tegen, met hem maakte ik een boekje voor de Prix de Rome, met allemaal handgeschreven tekstfragmenten, bronnen voor zijn werk, gevolgd door tekeningen uit zijn afgelopen tentoonstellingen. Dat boekje noemden we Roma 1.”

3

10

Ondertussen ontmoette hij ook Mark Manders, met wie hij een hele reeks dingen ging maken. Samen met Mark en Marc begon Roger in 1998 Roma Publications, hoewel hij tot dan toe nooit het idee had gehad om een uitgeverij te beginnen: “Ik vond het gewoon leuk om te doen, ik deed het er in eerste instantie bij, vooral in de avonduren en in de weekenden.”

12

45

Het heeft ook lang geduurd voordat hij er geld mee ging verdienen. Nu, achttien jaar later, lukt dat inmiddels, al noemt hij het wel ‘een beetje irritant’ dat je van boeken nooit rijk kunt worden, omdat de risico’s te groot en de marges te klein zijn. Maar veel is ook hetzelfde gebleven: “Het gaat er nog steeds om, om op een heel direct manier iets te maken, samen met kunstenaars. Een proces dat zo min mogelijk verstoord wordt door andere partijen, waardoor je geen last hebt van logootjes en voorwaarden. Een boek moet een vrije plek zijn, een soort museum op papier.”

13 14

De teller staat voor Roma inmiddels op 290 publicaties, een enorme hoeveelheid voor zo’n kleine uitgeverij. In een straf tempo laat Roger talloze voorbeelden zien. Publicaties die hij maakte voor de Vleeshal in Middelburg, voor het S.M.A.K. in Gent, en voor kunstenaars als Kees Goudzwaard, Geert Goiris, JCJ Vanderheyden, Jan Kempenaers, en dus Marc Nagtzaam en Mark Manders, en vele anderen. Met praktisch allemaal, inclusief de (toenmalige) directeuren van de Vleeshal en het S.M.A.K., is Roger goed bevriend, wat een van de rode lijnen is binnen de stroom Roma-publicaties.

15 16

17

Dat gold ook voor de in 2012 overleden JCJ Vanderheyden, met wie hij onder meer The Analogy of the Eye maakte (Roma Publications 122). Roger: “Er zijn mensen die als ze dit boek zien, zeggen: ‘Het lijkt wel in Rusland gemaakt.’ Veel van de foto’s die JCJ Vanderheyden aanleverde waren van hele slechte kwaliteit, kopietjes soms zelfs. Maar als ik dan vroeg of hij niet iets beters had, zei hij dat hij dat juist mooi vond. Hij was de enige die lak had aan mijn autoriteit als vormgever, omdat hij zelf hele uitgesproken ideeën had over het moest.”

18

Roger geeft per boek een korte beschrijving, noemt enkele specificaties, en vertelt hoe hij af en toe ook een tentoonstelling met Roma-uitgaves samenstelt. Hij realiseert bijna geen drukwerk meer buiten Roma, maar een uitzondering was de catalogus voor de tentoonstelling van Marlene Dumas, die eind 2014 te zien was in het Stedelijk Museum en doorreisde naar de Tate Modern en Fondation Beyeler. Ook hier lag de goede band met de kunstenaar aan ten grondslag, die voortgekomen was uit een eerder boek dat hij met Dumas had gemaakt, bij haar eerste expositie in Zuid-Afrika, getiteld Intimate Relations (Roma Publications 106).

2047

Als Roger tegen het einde van zijn presentatie nog wat plaatjes van zijn verschillende werkplekken laat zien – eerst in Arnhem, dan in een souterrain aan de Amstel, tegenwoordig aan de Laagte Kadijk – heeft iedereen zo ongeveer wel een boek in zijn handen. “Hoe krijg je het voor elkaar?” vraagt iemand uit het publiek. “Je zit dit jaar op bijna dertig boeken, vertelde je. Is het niet een beetje te veel? Kan je overal wel de nodige energie en concentratie in te steken?” “Klopt,” zegt Roger, “dit is eigenlijk iets te veel. Ik streef naar ongeveer twintig in een jaar. Maar ik doe ook weer niet alles zelf, en ik hou ervan om de dingen heel efficiënt te doen. Als je met opdrachtgevers werkt, verlies je heel veel tijd aan overleggen en onderhandelen, daar heb ik geen last van. Ik maak ook geen contracten bijvoorbeeld. En ieder project heeft zijn eigen dynamiek, het is fijn om je eigen tempo te kunnen bepalen.”

22

Iemand anders gooit de geldvraag op: “Hoe kom je aan geld om al die boeken te kunnen realiseren?” Roger: “Voornamelijk uit de opbrengst van verkoop, aangevuld met fondsen. Maar ikzelf heb heel weinig geduld met fondsenwerven, dus over het algemeen doen de kunstenaars met wie ik samenwerk dat. Zij vragen subsidie aan om een publicatie te maken, daarmee wordt het project gefinancierd. Ik wil me ook zoveel mogelijk op de inhoud en vormgeving concentreren, ik ben wat dat betreft een beetje een controlfreak. Het moet wel blijven kloppen allemaal, dat maakt het voor mij lastig om dingen uit te besteden.”

23 25

Op de vraag – we bevinden ons in de Monsterkamer tenslotte – of hij ook een favoriete papiersoort heeft, antwoordt hij na enige aarzeling: “Lessebo vind ik prachtig. Maar dat is natuurlijk niet het enige dat ik gebruik, dat zou ook maar saai worden. Ik ben op zich voor eco, ik hou van natuurlijk papiersoorten, maar als ik bijvoorbeeld een mooie glans wil, vergeet ik dat weer.”

25a 26 27 28

Roma Publications heeft door de jaren heen een behoorlijke status verworven, zo vertelt Roger hoe hij door het Londense ICA (Institute of Contemporary Arts) werd benaderd voor een publicatie omdat ze een eerder boek zo mooi vonden. Ondanks dat blijkt het lastig de output van de uitgeverij te typeren. Iemand wijst op de grote diversiteit, en dat je eigenlijk niet kunt zeggen: ‘Dít is een Roma-boek’. Iemand anders meent juist dat Roma staat voor een bepaald ‘type’ boek: slappe kaft, slappe pagina’s, sobere vormgeving, een stijl die veel navolgers kent. Staat Roma misschien zelfs voor een bepaalde ‘trend’ in de grafische vormgeving? “Ik vind het meestal wel fijn ja, als het een beetje simpel of eenvoudig voelt”, zegt Roger. “Verder hou ik me daar helemaal niet mee bezig.”

30 31 36 39 44 47a 4833

51 53 54 56 57

s

Het activiteitenprogramma van De Monsterkamer in 2016 wordt ondersteund door Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.