Over ons Veelgestelde vragen Colofon | Adres Loods 6 KNSM-laan 231 1091 LC Amsterdam ![]() | Contact +31 (0)20-6204213 info@monsterkamer.nl |
Verslag Inloop + speciale gast: Esther de Vries
Arjan Reinders
08/06/2015
Redactioneel
Op 4 juni was Esther de Vries te gast tijdens de inloop in De Monsterkamer. Hieronder – tussen de foto’s door – een kort verslag van de lezing. Fotografie: Justina Nekrašaitė.
Esther de Vries is met name gekomen om over 1:1:1 (spreek uit: één op één op één) te vertellen; een platform waarbinnen zij met Richard Niessen (samen vormen ze vormgevingsstudio Niessen & De Vries) onderzoekt hoe je het werk van een kunstenaar op een andere manier kunt vertalen naar drukwerk – niet slechts als reproductie, maar op een manier die het karakter van het werk weet te vangen. Dit is iets waarnaar ze altijd streeft, vertelt ze, wat ze illustreert met enkele andere voorbeelden van haar werk.
Zoals de catalogus bij de tentoonstelling ‘NOBSON’ van de Britse kunstenaar Paul Noble, die in 2014 te zien was in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Aanvankelijk was Esther gevraagd om ‘iets te doen’ met Noble’s inspiratiebronnen. Maar in het atelier van de kunstenaar trof ze een plattegrond aan van een stad, met allemaal gebouwen die ook in een normale stad zouden kunnen voorkomen – maar dan surrealistischer. Noble’s grote, gedetailleerde tekeningen maken onderdeel uit van een fictieve stad waaraan de kunstenaar al jaren werkt. Omdat hier in eerdere boeken niets van te zien was, besloot Esther dit aspect als uitgangspunt te nemen.
Noble’s tekeningen zijn zó groot en volgepakt met informatie, dat je je snel verliest in allerlei details, legt Esther uit. Precies dat wilde ze laten zien. Het boek is een soort reisgids, het neemt de lezer mee op een wandeling door Nobson, zoals Noble’s stad heet. Door in en uit te zoomen op de tekeningen, maar ook door om de zoveel pagina’s de plattegrond van de stad te laten zien waarop staat aangegeven waar je je op dat moment bevindt. Esther maakte hiermee ‘hét nog ontbrekende boek over Noble’s werk’. Technisch was het vooral een uitdaging om Noble’s tekeningen zo echt mogelijk te laten aanvoelen. Om het beste resultaat te behalen, koos Esther ervoor om, vrij ongebruikelijk, de afbeeldingen te laten lithograferen bij drukkerij robstolk (vanwege hun expertise op dit vlak), terwijl het boek zelf werd gedrukt (met gebruik van twee kleuren zwart, een zilver en een geel) door Mart. Spruijt.
Wat haar aanspreekt, vertelt Esther, is wanneer een kunstenaar één hele wereld creëert. Zoals ook het geval is bij Tanja Smeets, met wie ze het boek Domestic Strangers maakte, eveneens ter gelegenheid van een tentoonstelling in Boijmans en gedrukt door Mart. Spruijt. Van allerlei materialen die ze koopt bij bouwmarkten, maakt Smeets ruimtelijke installaties, die op een organische manier lijken te groeien. In het atelier van de kunstenaar viel Esthers oog ook hier op de ontelbare details die zichtbaar zijn binnen het grote geheel: ‘dat je kunt zien wat het materiaal is – en tegelijk wat het doet’.
In de publicatie wilde ze een vertaling maken van het werk zoals je het op het atelier ziet. Die realiseerde ze door cirkelvormige gaten in de pagina’s te laten stansen, een soort peepholes. Hierdoor zie je eerst alleen een uitsnede van een werk. Pas bij het omslaan van de pagina wordt de hele installatie zichtbaar. De sterk wisselende kwaliteit van de afbeeldingen onderving ze door de werken zelf een kleur te geven, en de achtergrond zwart-wit te laten. Smeets’ werken krijgen hierdoor iets sprookjesachtigs, wat goed bij ze past, en ze vormen samen ook meteen een ‘familie’.
De 1:1:1-serie is een initiatief van Esther en Richard zelf. Ze begonnen de serie in 2010 omdat je voor een ‘normale’ catalogus nauwelijks de tijd en gelegenheid krijgt om dingen uit te proberen, legt Esther uit. Ze besloten het maakproces om te draaien. Bij 1:1:1 zijn zij zelf de opdrachtgever, en kiezen zij zelf een kunstenaar uit om in nauwe samenwerking, ook met de drukker (Mart. Spruijt), tot een uitgave te komen die echt het karakter van zijn of haar werk weet te vangen. 1:1:1 bestaat iedere keer uit één drukvel, dat gevouwen of gebonden wordt tot 16 pagina’s. De afwerking verschilt telkens, en wordt volledig geboren uit de inhoud.
Zo zijn de afbeeldingen en tekst in de eerste uitgave, gewijd aan het werk van beeldhouwer en tekenaar Eylem Aladogan, geplaatst in een grid dat letterlijk is overgenomen uit een comic van de Amerikaanse striptekenaar Frank Miller. Aladogan vertelde Esther en Richard dat ze haar werk soms bewust iets dramatischer laat fotograferen dan dat het er in werkelijkheid uitziet. Ook vertelde ze dat ze eenzelfde onderwerp vaak vanuit verschillende gezichtspunten laat zien, een beetje zoals je in strips ook vaak een moment vanuit verschillende hoeken te zien krijgt. Uiteindelijk resulteerde dit in de lay-out met stripkaders, die een narratief suggereert en Aladogans werk meteen een zekere spanning verleent.
Ook bij de andere 1:1:1-s leidden gesprekken met de kunstenaars tot een gekozen vorm. Zo gaven modevormgevers Klavers & Van Engelen (Issue #02) aan dat ze in publicaties over hun werk de sensatie van de catwalk – de bewegingen van de modellen, de manier waarop de stoffen meebewegen – altijd misten. Esther vertelt dat ze foto’s van hun werk daarom in verticale repen hebben gesneden, opnieuw gearrangeerd en voorzien van perforatieranden – om het versnipperde effect te benadrukken. Deze tweede 1:1:1 werd gedrukt met matte inkt op glanzend papier. Omdat het zwart niet goed uitpakte en alle gezichten groen uitsloegen, volgde nog een overprint in zilver, met een mooi, glanzende olievlek-effect.
De derde 1:1:1, gemaakt met het grafische vormgevingscollectief Metahaven, ziet er weer totaal anders uit. Metahaven wordt wel een ‘design denktank’ genoemd, ze benaderen vormgeving op een nogal theoretische manier. Wat zij maken, zijn veelal ‘voorstellen’. Daarbij maken ze gebruik van alle mogelijke ‘talen’ die je in de maatschappij kunt aantreffen. Omdat hun voorstellen dikwijls een speels karakter hebben, en ze altijd ontstaan na een levendige uitwisseling van ideeën, bedachten Esther en Richard een serie speelkaarten, gebaseerd op de verschillende Metahaven-projecten. Deze vormen de basis van de lay-out van deze 1:1:1 – die bijzonder kleurrijk is geworden, mede dankzij een spectaculaire toepassing van verschillende irissen, die allemaal op de drukpers zijn ontstaan. Op een foto die Esther laat zien van het drukproces, zijn mooi de aparte badjes met de verschillende kleuren inkt te zien, die tot dit resultaat hebben geleid.
Omdat het maakproces zo’n grote rol speelt bij de 1:1:1-serie, maakten Esther en Richard bij iedere issue een ‘process book’ waarin alle keuzes en beslissingen van begin tot einde zijn te volgen. Van de serie, die verschijnt in een oplage van 500, zijn inmiddels zeven issues verschenen. Uiteindelijk zullen dat er tien worden, met kunstenaars, ontwerpers en vormgevers die allemaal in de jaren zeventig zijn geboren – net als Esther en Richard zelf. Als ze allemaal af zijn, vertelt Esther, zullen ze worden gebundeld tot ‘een capsule van een generatie makers’.
Het activiteitenprogramma van De Monsterkamer in 2015 wordt ondersteund door Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.