Over ons Veelgestelde vragen Colofon | Adres Loods 6 KNSM-laan 231 1091 LC Amsterdam ![]() | Contact +31 (0)20-6204213 info@monsterkamer.nl |
In de gang: Machine
Noor Mertens
14/01/2013
Redactioneel
In de gang is tentoonstellingsruimte en gang ineen. De lange galerij naar De Monsterkamer biedt vanaf januari 2013 ruimte aan kleine exposities die ingaan op grafisch ontwerp voor muziek. Muziekmakerscentrum muzyQ en De Monsterkamer worden in In de gang zodoende spreekwoordelijk bij elkaar gebracht. Een steeds terugkerend vraaggesprek – als vouwblad en online beschikbaar – biedt daarnaast verdieping aan de fysieke component van In de gang. De eerste tentoonstelling laat ontwerpen van het Amsterdamse Machine zien.
Machine bestaat uit Mark Klaverstijn (Amsterdam, 1973) en Paul du Bois-Reymond (Berlijn, 1974). Als collectief, vanaf 1996 onder de naam DEPT (met Leonard van Munster) en vanaf 2001 als Machine, worden ze onder andere bekend met hun grafisch ontwerp voor de Nederlandse clubscene. Ze onderscheiden zich in hun grafische ontwerptaal door naast digitaal ook altijd analoog te werken. Hun aandacht is de laatste jaren meer verschoven naar de muziekindustrie. Zo begonnen ze zelf een experimenteel platenlabel onder de naam Ourmachine Records en zijn ze de exclusieve ontwerpers voor het platenlabel Kindred Spirits.
Interview met Machine
Noor Mertens: Jullie interesse in muziek gaat veel verder dan het ontwerpen voor de muziekindustrie alleen. Jullie dj-en zelf, organiseren clubavonden en hebben een eigen label. Hoe grijpt het een in het ander, is jullie betrokkenheid bij de muziekscene de voornaamste reden dat jullie hiervoor ontwerpen? Ik neem aan dat jullie activiteiten in de muziekscene tevens opdrachten genereren. Beïnvloedt jullie betrokkenheid het ontwerpproces ook inhoudelijk? Zijn jullie activiteiten als ontwerpers en als dj’s/producers überhaupt los van elkaar te zien?
Machine: Het is niet zo dat onze activiteiten rondom produceren/draaien in zo’n hoge mate opdrachten opleveren. Ons werk bestaat vooral uit grafisch ontwerpen en het maken van beeld. De betrokkenheid die we voelen ten opzichte van muziek wordt natuurlijk wel versterkt door onze pogingen tot het zelf produceren en opzetten van avonden voor mooie muziek. Wij ontwerpen graag voor de muziekwereld omdat het ons als beeldmakers fascineert hoe muziek beeldend/inhoudelijk vertaald kan worden. Muziek biedt veel speelruimte om als vormgever associatief tot iets te komen. Je hebt aanknopingspunten die soms heel direct zijn, zoals de titel, maar er is ook een heel ‘vrij’ gebied, dat meer gaat over wat muziek gevoelsmatig kan losmaken. Beide ingangen kunnen elkaar versterken of juist onderuit halen. Het is een spannend idee dat je samen met het platte vlak (de hoes) en de de muziek zelf een vierdimensionale situatie creëert.
NM: Heeft jullie naam ‘Machine’ ook een relatie tot de muziekscene of staat hij er los van?
M: Machine gaat over een soort attitude. Het is de meest onhandige naam die je je kan bedenken met betrekking tot Google. Maar het idee van een soort machine die output levert, trekt ons nog steeds aan. In plaats van de personen Paul en Mark gaat het om een entiteit die beeld produceert.
NM: Voor wat voor soort muzikale subculturen of stijlen ontwerpen jullie?
M: We werken voor bijna iedereen die met ons wil werken. Van schlagerartiest tot modern klassiek. In de praktijk komen er niet veel schlagerartiesten of componisten van hedendaagse klassieke muziek op ons af. We werken veel via via. Tot nu toe hebben we voor het label Kindred Spirits de meeste hoesontwerpen gemaakt. Op dit label verschijnt een breed scala aan muziek. De overeenkomst tussen de verschillende releases is volgens ons respect voor kwaliteit, ‘soul’ in de letterlijke zin.
NM: In hoeverre zijn jullie als grafisch ontwerpers verweven met de muziek en de muzikant/band waarvoor jullie ontwerpen?
M: Dat hangt ervan af. Sommige projecten spreken ons muzikaal meer aan dan andere. Het is niet van belang of je als grafisch ontwerper de muziek goed vindt of er zelf naar zou luisteren om er een goed ontwerp voor te maken.
NM: Van buitenaf bezien lijkt de invloed van een grafisch ontwerper voor een muzikant of band groot en cruciaal: jullie bepalen mede de visuele identiteit van deze muzikant/band. Hoe groot is die invloed daadwerkelijk? En heeft dit als gevolg dat band/productiemaatschappij een sterke vinger in de pap wil hebben?
M: Het uitbrengen van een lp is voor een artiest of band veel werk. Het is dan begrijpelijkerwijs moeilijk om de controle over zo’n belangrijk onderdeel als de hoes uit handen te geven, al verschilt dat natuurlijk per individu/band. Binnen de ontwerpen die we maken verlangen we veel vrijheid. We zijn professioneel opgeleid als grafisch ontwerpers. Dat wil niet zeggen dat we niet openstaan voor andere ideeën dan die van onszelf. Het komt vaak voor dat een artiest met een goed idee komt dat ons op beeldend vlak inspireert. Dat is ook het leuke van ontwerpen: elk project brengt ons weer in aanraking met informatie die we zelf niet noodzakelijkerwijs zouden opzoeken.
Veel artiesten en labels waar wij voor werken hebben weinig geld en staan onder druk om te verkopen. Dat maakt ze bij een release soms wat verkrampt. Op safe spelen is niet altijd het beste. Een foto van een artiest op de hoes plaatsen is helaas (of beter gezegd: gelukkig) geen garantie voor succes. Het is problematisch dat men vaak denkt verstand te hebben van ons vak. Men verwart de eigen voorkeur voor bijvoorbeeld een bepaalde kleur met een inhoudelijk onderbouwde kritiek.
NM: Inhoudelijk verschilt muziek sterk van taal of beeld: het is veel abstracter en, buiten partituren, niet visueel. Hoe ga je daar als ontwerper mee om, hoe genereer je een grafische inhoud voor zoiets als muziek? En hoe verhouden jullie ontwerpen zich tot de inhoud – muziek – zelf? Verschilt het ontwerpen van albumhoezen volgens jullie sterk van het ontwerp van een publicatie, of valt dat in de praktijk mee?
M: We zien muziek als communicatie. Er wordt een poging gedaan iets over te brengen. Het grafische ontwerp dient deze poging te verlevendigen, tastbaar te maken, kleur te geven. Wat dat betreft verschilt het werken voor muziek niet veel van het ontwerpen voor andere media. Onze beeldende vertalingen van muziek zijn persoonlijk. Ze gaan deels ook over onze energie, onze fascinaties en beeldende interesses. De benadering kan per ontwerp verschillen: soms leidt de titel van een album heel direct tot een beeld en soms is het beeld een associatief verkregen resultaat.
NM: Heeft het ontwerpen van flyers, waarmee jullie begonnen tijdens jullie studententijd in de jaren negentig, onder andere voor de legendarische club RoXY, jullie huidige ontwerppraktijk beïnvloed? Hoe zijn jullie overigens betrokken geraakt bij deze club?
M: We kregen de mogelijkheid iets voor de RoXY te maken door twee van onze toenmalige docenten, Linda van Deursen en Gerald van der Kaap. Het was een geweldige kans, omdat het ons als jonge ontwerpers de gelegenheid gaf vrij te experimenteren. We hebben voor de RoXY allerlei ontwerpen gemaakt, van flyers tot de website tot VJ-avonden. Het was een tijd waarin nog niet teveel neoliberale marketingtermen in de mond werden genomen. We kregen een vrijbrief om een goed grafisch ontwerp te maken waarin we zelf geloofden. Zo’n club als de RoXY was op veel manieren een vrijplaats voor verschillende kunstvormen en het grafisch ontwerp was daar een onderdeel van. Het experiment werd door de organisatie niet geschuwd. Het idee dat het kon mislukken werd niet als een dreiging, maar eerder als een uitdaging gezien. Het was een geweldige plek om voor te werken.
NM: Het handmatige, ofwel ‘analoge’ ontwerp is voor jullie belangrijk. Wat is de meerwaarde ervan of het verschil met digitaal ontwerpen?
M: Beiden hebben zo hun voor -en nadelen. Voor Kindred Spirits komt het analoge voort uit het feit dat dit label erg veel soul- en jazzgerelateerde muziek uitbrengt die erg leunt op de jaren zeventig. Veel van deze muziek wordt met echte instrumenten gespeeld in plaats van digitaal geproduceerd. Voor ons was het daarom logisch om te refereren aan de prachtige hoezen uit die tijd, die allemaal handmatig werden ontworpen.
Onze voorkeur voor analoog heeft nog een tweede reden. Toen wij onze samenwerking met Kindred Spirits begonnen, was het gebruikelijk om als grafisch ontwerper alles digitaal te ontwerpen. Ontwerpen uit die tijd (2001) leken allemaal generiek door de computer te zijn ontworpen; iedereen kon door diezelfde computerprogramma’s in principe alles namaken. Als tegenreactie zochten wij daarom naar ontwerpen met een eigen handschrift. Onze voorkeur voor analoog ofwel tastbaar komt voort uit het feit dat je dan als ontwerpers iets maakt dat minder inwisselbaar lijkt. Je plaatst daarbij een lp-hoes in een directe, tastbare historie: die van de platenkast met daarin ongelofelijke muziek met ongelofelijke hoezen. Je schuift jouw ontwerp ertussen. Je kan er aan ruiken, je kan hem vasthouden. Een fout in het drukwerk kan opeens heel mooi uitpakken.
NM: Hoe ziet de samenwerking met Kindred Spirits eruit? Dit platenlabel geeft zowel verzamelalbums uit als albums van niet meer actieve muzikanten en actuele bands. Als er geen overleg meer mogelijk is met de betreffende muzikant of band, hoe gaan jullie dan te werk?
M: Per project vind vooraf overleg plaats. Dat gebeurt meestal direct met de desbetreffende artiest, via mail, skype of persoonlijk. De artiest draagt dan aan wat hij van belang vindt of welke eerder ontworpen hoes hem aanspreekt. Verder hebben we samen een aantal hoofdlijnen uitgezet waar verschillende projecten onder kunnen vallen. Zo zijn er projecten die muzikaal aan elkaar verwant zijn en die we wat betreft artwork eveneens van een verbindende factor voorzien. Voor de re-issues maken wij meestal geen hoezen, omdat hierbij teruggegrepen wordt op de originele hoesontwerpen. Onze inspiratie komt veelal heel snel en associatief voort uit de titel of het gevoel dat de muziek teweegbrengt.
NM: Hebben jullie door de jaren heen grote veranderingen op het gebied van grafisch ontwerpen voor muziek gemerkt, zoals de opkomst van internet, waardoor muziek digitaal beschikbaar werd en een tastbare plaat of cd wellicht aan waarde (zowel symbolisch als economisch) verliest? Of speelt Internet voor de verspreiding van de muziek binnen de muzikale subculturen waarvoor jullie ontwerpen een niet zo grote rol?
M: Je zou kunnen stellen dat het analoge/de verdieping juist meer en meer aan bestaansrecht terugwint na de volledige verandering van waardering van muziek online. Er lijkt een punt te zijn bereikt waarop men weer openstaat voor het eerder genoemde tastbare. Hierin ligt wat ons betreft juist de oplossing voor het grote debat over muziek downloaden, auteursrechten etc. Het is interessant dat platen maar in een bepaalde oplage geperst worden en daardoor op een gegeven moment ‘op’ zijn en dus verzamelwaarde krijgen. Digitale muziek blijft online altijd beschikbaar, maar om het fysieke product te hebben moet je soms heel wat meer betalen dan de eigenlijke nieuwwaarde van een lp. Dit spreekt een jongere generatie aan, juist omdat het downloaden van muziek niet exclusief is: iedereen kan dit doen. Misschien moeten er nieuwe verpakkingen bedacht en gemaakt worden die zo te gek zijn dat je er graag voor betaalt. Misschien kan je zo’n verpakking wel eten of oproken. Misschien is het een ouderwets vierkant met daarop een beeld. Zeker is dat Youtube graphics niet het eindstation vormen.
NM: Welke grafische ontwerpers, die actief zijn in de muziekindustrie, volgen en bewonderen jullie?
M: De meesten zijn niet meer zo actief. Een voorbeeld van een geweldige samenwerking tussen label en vormgever blijft voor ons Factory Records met Peter Saville. Ook hierbij gaat het om diep vertrouwen, een gezonde dosis zelfspot en lef. Een ander mooi voorbeeld is Reid Miles die voor Blue Note Records ontwierp. Wij denken vaak: als er ergens ‘regels’ voor zijn wordt het verdacht. Dan wordt het tijd deze eens goed onder de loep te nemen en wellicht te herzien. Dan kan een nieuwe generatie ontwerpers vervolgens (als ze goed zijn) hetzelfde uithalen met de ontwerpdogma’s van nu…
Amsterdam, januari 2013
Samenstelling In de gang: Hendrik-Jan Hunneman, Noor Mertens
Interview: Noor Mertens
Ruimtelijke vormgeving: Hendrik-Jan Hunneman
Grafisch ontwerp: Esther Krop
Machine: www.ourmachine.com
De tentoonstelling MACHINE loopt t/m 31 mei in De Monsterkamer.
Bezichtigen op afspraak: 020-6204213. Of iedere donderdag van 17.00–20.00 u. zonder afspraak.
Het boek Designed by Machine is te koop in de boekwinkel van De Monsterkamer gedurende de expositie voor € 25,-.