De Monsterkamer

Backstage bij de Best Verzorgde Boeken 2018: I Went Looking for a Ship

In het teken van de jaarlijkse uitverkiezing van de Nederlandse De Best Verzorgde Boeken interviewt De Monsterkamer enkele makers van de bekroonde boeken uit 2018. Deze makers (drukkers, lithografen, binders of producenten) zijn partner van De Monsterkamer. De selectie van 2018 was t/m 30 oktober 2019 in het Stedelijk Museum Amsterdam te zien.

Als vierde komt aan bod het boek: I Went Looking for a Ship van fotograaf Natascha Libbert.

We spraken met Natascha Libbert (auteur), Michaël Snitker (ontwerper), Jos Morree (productie), Marc Gijzen (lithograaf) en Brepols (binderij).

I Went Looking for a Ship van Natascha Libbert

I Went Looking for a Ship van Natascha Libbert

Kun je iets vertellen over het ontstaan van dit boek, hoe ben je bij het onderwerp terecht gekomen?

Natascha Libbert (auteur): In 2016 begon ik te fotograferen rondom de verbouwing van de zeesluis in IJmuiden. Het zou de grootste zeesluis ter wereld worden en ik was door de Provincie Noord Holland gevraagd die transformatie vast te leggen.
Al snel werd mij duidelijk dat mijn opdracht vanuit de provincie niet zo lang duurde als de verbouwing zelf. Ik ging op zoek naar een andere invalshoek dan zuiver de transitie van een industrieel landschap. Ik stortte me volledig in een onbekende wereld door er eindeloos rond te lopen en met zoveel mogelijk mensen af te spreken die me er meer over konden vertellen. Ondertussen hield ik een dagboek bij – wat later de rode draad van I went looking for a ship zou worden.

Ik zag kans om op grote vrachtschepen mee te reizen, die door de sluis voeren. Ik besefte dat de sluis een onderdeel was van een groter verband namelijk: een immens globaal lijnenspel van het transport over zee. Terwijl jaarlijks duizenden vrachtschepen alleen al via deze sluis in IJmuiden naar en van de haven van Amsterdam varen, zien we daar als samenleving nauwelijks iets van.

Ik reisde mee met een vrachtschip met 31 Polen, naar een berg in de fjorden van Noorwegen, om graniet te halen. De stilte en het gebrek aan prikkels op zee vond ik een indrukwekkend contrast met de verwoesting die plaatsvond niet alleen binnen in de bouw van de sluis maar ook op de berg in Noorwegen, die van binnenuit uitgehold werd. De schaal is immens en de mens daarin moeilijk zichtbaar. Het was het grote verhaal van het onzichtbare transport en aanvoer van grondstoffen dat mij ertoe bracht dit boek te willen maken.

Hoe heb je je keuze voor de ontwerper en uitgever gemaakt?

Natascha Libbert (auteur): Het gesprek met Michaël Snitker over dit boek ontstond heel vanzelfsprekend. Ik sprak hem wel eens over mijn zoektocht, en hij wist vaak te benoemen wat ik niet zozeer zei maar dacht. Het project was een ontdekkingsreis die ik op die manier nog niet eerder had meegemaakt en zodoende had ik veel materiaal verzameld maar had ik ook iemand nodig die hierin structuur kon aanbrengen. De wijze waarop we samen het project aangingen gaf mij onmiddellijk ontzettend veel vertrouwen en plezier in de samenwerking.

De keuze voor The Eriskay Connection was een suggestie van Michaël. Ik had echter toevallig net daarvoor een keer The Eriskay Connection ontmoet op een beurs. Hun boeken spraken me aan. Bij de eerste kennismaking had ik ook daar het gevoel dat ik heel graag met hen wilde samenwerken niet alleen vanwege de boeken die zij ontwerpen en uitgeven maar ook vanwege hun werkwijze. Ik wilde alleen maar samenwerken met mensen bij wie ik een goed gevoel had. Dat pakte goed uit.

Had je zelf veel invloed op hoe het proces verliep, of heb je het grotendeels uit handen gegeven?

Natascha Libbert (auteur): Beide. Het onderzoek was heel persoonlijk, ongepland en ook heel breed. Ik was van alles tegengekomen wat ik zelf niet had verwacht en de wens om een boek te maken ontstond pas naarmate ik me realiseerde dat ik het onderwerp urgenter en groter vond dan mijn persoonlijke ontdekkingsreis. Het was belangrijk voor me dat Michaël als het ware alles zou weten van mijn gedachten en werkwijze, om zich vervolgens het project volledig toe te kunnen eigenen. Ik heb veel bewondering voor de geconcentreerde en toegewijde werkwijze van Michaël. Ik hou vaak dagboeken of notities bij en op een gegeven moment vroeg hij mij om deze te mogen lezen. Dat was uiteraard wat eng, maar toen viel wel alles op z’n plek. Deze persoonlijke notities die mijn reis en alle gesprekken weergaven, zouden de rode draad worden van het boek.

Dat alle tekst in het boek van mijn hand moest zijn was dan ook zijn advies. Het publiceren van de teksten was echter niet gepland, daardoor moest ik veel informatie en research die ik in een eerder stadium had gedaan, weer terugvinden en rangschikken. De taal en het format daarin was voor mij heel belangrijk en zorgde voor wat kopzorgen. Ik ben geen schrijver maar had wel een duidelijk idee over vrijwel ieder woord dus dat was voor de mede-vertalers Emily Williams en Billy Nolan (ook eindredactie) vermoedelijk soms wat irritant. Wat mij betreft zijn de fijnste samenwerkingen die waarbij iedereen de ruimte heeft om te doen waarin hij of zij excelleert.

Het bijzondere van een boek maken is dat je mensen om je heen kunt verzamelen waar je heel graag mee samenwerkt. De samenwerking met zowel Marc Gijzen en Jos Morree vulde dat volledig aan. Dit zijn boekenmakers die met hun expertise en liefde voor het vak een belangrijke rol vervullen bij de totstandkoming van een dergelijke productie en hierdoor was het mogelijk om mooie bedachtzame details in het ontwerp goed tot uiting te laten komen.

Welke uitdagingen kwam je tegen bij het structureren en ontwerpen van de inhoud?

Michaël Snitker (ontwerper): De grote uitdaging was dat er veel materiaal was, zoals historische referentiebeelden, dagboeknotities, research notes en foto’s – heel veel foto’s! – deze waren deels documentair met nadruk op de technische en grootschalige kant van het project en een ander deel meer autonoom, beelden met een sterk herkenbare Natascha-signatuur; onderzoekend, abstract en poëtisch.

Wat duidelijk werd is dat beide soort beelden elkaar nodig hadden om het verhaal inzichtelijk te krijgen, het was de uitdaging om het historische en actuele verhaal te vertellen, maar daarnaast (juist) ook de persoonlijke zoektocht en de frustraties van het artistieke proces zichtbaar en invoelbaar te maken, naast een documentair project moest het mijn inziens vooral een heel persoonlijk boek worden. Een belangrijke ingang hiervoor waren de ongecensureerde dagboeknotities, hierin vond ik de belangrijkste aanwijzingen zoals de notitie:

‘Mijn project is een navigatie door het landschap van de zeevaart. / Het landschap van de sluizen benaderen vanaf het water. Water is de drager. / Ik vraag me af hoe ik het landschap moet fotograferen. Vanaf welk perspectief. / Het is geen index. / Het is geen verhaal. / Het is geen documentaire. / Het is geen simpele structuur. / Het is een combinatie van interpretatie en fictie en abstractie, conceptueel met het registrerende, referential, een verslag. / Ook: werk ik in enkele beelden of opvolgende, seriematige? / Combinatie van fact en montage. / Ik wil zo graag dat ik een concept heb, duidelijkheid, maar misschien moet ik dat niet willen. Misschien moet ik ervan uitgaan dat ik zo veel mogelijk wil ontdekken en meemaken, en dat dat mijn manier is.’

Uiteindelijk was de tekst de belangrijkste leidraad voor het beeldverhaal. In de structuur van het boek gaat het beeldgedeelte hand in hand met het logboek en de associatieve woordenlijst achterin het boek. Deze structuur is goed te zien in de inhoudsopgave die voor mij een essentiële pagina is als toegang tot het boek, vervolgens word je een associatieve wereld ingetrokken waarin elementen als verval, verschuivingen, onzichtbaarheid, verstilling maar ook dynamiek en destructie een belangrijke rol spelen. Het boek heeft een wat hoog en smal formaat gekregen, dit is ontstaan door het stramien met twee afwisselende hoogtes als referentie aan het ritme van eb en vloed of het deinen van de zee, het was mijn bedoeling dat dit niet dominant aanwezig is maar subtiel op de achtergrond, het mooiste is als het verhaal zich langzaam – na meerdere keren kijken en lezen – ontvouwt.

Kun je iets meer vertellen over de papierkeuzes die je gemaakt hebt? Wat is bijvoorbeeld de functie van het onbedrukte vel Curious Matter in het binnenwerk?

Michaël Snitker (ontwerper): De papierkeuzes waren een essentieel onderdeel voor de verheldering van de structuur van het boek, hierdoor viel voor mij uiteindelijk alles op z’n plaats. Toen Jos Morree langs kwam met de eerste papier dummy werd het duidelijk dat de opzet klopte, we hebben alleen de grams gewichten nog iets aangepast.
De gekozen papiersoorten benadrukken de tactiliteit en kleur van de verschillende elementen zoals staal, steen, zand, beton en zee. Het steengruis dat uit Noorwegen de Amsterdamse haven in komt heeft een mat grijze kleur terwijl het steengruis uit Schotland een roze kleur heeft met een kristal-achtige glans. Hierdoor kwamen we op het kleurschema: zwart, grijs en roze.

Het metallic roze bandmateriaal is een verwijzing naar de minerale kwaliteit van het roze steengruis uit Schotland, daarbij krijgt het boek een wat feminiene uitstraling, hetgeen een passend contrast geeft bij het masculiene en grootschalige karakter van het megaproject. De twee zwarte onbedrukt omstekers van Curious Matter hebben de functie van dividers tussen de verschillende chronologische hoofdstukken in het beeldverhaal, daarnaast geven ze een belangrijk tactiel-zandachtig gevoel en refereren ze aan het geologische karakter maar benadrukken ook de verstilling in het boek. Dit papier zit ook binnenin het omslag in een zwaarder gramsgewicht (door de Otastar bindwijze krijg je twee omslagpapieren), dit papier was niet meer op korte termijn te verkrijgen, maar gelukkig is het via verschillende voorraden toch nog gelukt, voor mij was het essentieel om dit papier ook aan de binnenkant van het omslag toe te passen, ondanks dat het wat verborgen zit, het geheel moest kloppen in kleur en vooral tactiliteit.

Jij hebt de productie gedaan van dit boek. Kun je uitleggen wat de meerwaarde was van jouw betrokkenheid?

Jos Morree (productie): Het product de aandacht te geven die het verdient. In de huidige maatschappij en zeker niet alleen in de grafische industrie, wordt daar nogal eens aan voorbij gegaan. Scherpe prijzen en korte levertijden zijn speerpunten van beleid. Vele producten uit onze grafische industrie zijn gebaat bij standaardisering waardoor voornoemd prijspeil en snelle levertijden haalbaar worden.
Het spectrum van grafische producten is veelzijdig. Folders, flyers, posters en soortgelijke ‘vluchtige’ uitingen kennen vaak een steile belevingscurve en zijn als informatiebron vaak een kort leven beschoren. De inhoud wordt voortdurend aangepast waarbij een snelle afschrijving en derhalve een scherpe prijs wenselijk is.
Dit hoeft de kwaliteit overigens beslist niet in de weg te staan. Standaardisering is een uitstekend middel om kwaliteit te borgen.

Er is echter een categorie producten, waaronder kunst- en fotoboeken, waarbij kennis en meer persoonlijke aandacht gevraagd wordt om tot het gewenste resultaat te komen. Voor dergelijke producten is standaardisering veelal geen oplossing en vallen in een ‘wat hoger’ prijssegment. Te duur wordt vaak gezegd. Ik heb het liever over ‘minder goedkoop’.
Deze bijzondere grafische uitingen hebben een minder steile belevingscurve, gaan langer mee en kennen een langere afschrijvingsperiode. De mate van aandacht die een dergelijk product krijgt bepaalt de kwaliteit waarbij de finesses en details het product zijn meerwaarde geven. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de prijs.
Verder is naast prijs de levertijd een element dat van doorslaggevende betekenis is. Uitermate belangrijk, dat valt niet te ontkennen, maar kan de kwaliteit danig in de weg zitten.

Mijn adagium is dan ook dat kwaliteit voor tijd gaat.

Verder zijn de omvang en oplage een heikel punt. In mijn optiek zouden beide elementen aangepast moeten worden aan het beschikbare budget. Verminderen van het aantal pagina’s of de oplage en het handhaven van aspecten die het kwaliteitsniveau bepalen zoals goede vormgeving en lithografie alsmede het vervaardigen van drukproeven en dummies, en het onderbrengen bij de juiste producent van druk- en bindwerk leiden uiteindelijk tot een beter product. Vasthouden aan de oorspronkelijke omvang en oplage en bezuinigen op voornoemde aspecten zal het resultaat uiteindelijk nadelig beïnvloeden. Zowel in fysieke als economische zin.

Voor mij de taak middels mijn kennis en ervaring advies uit te brengen en het bewaken van budget, kwaliteit, levertijd en alle aanverwante aspecten op mij te nemen. Of deze meerwaarde geleverd is bij de productie van I went looking for a ship kunnen fotograaf, vormgever en uitgeverij het beste beoordelen.

Waarom is het drukwerk van het boek verdeeld over twee drukkerijen GrafiPlaza en Lenoirschuring?

Jos Morree (productie): Zaak is dat die onderdelen van een boek daar geproduceerd worden waar men tegen een goede prijs een hoogwaardige product kunnen garanderen. Grafiplaza heeft grote drukpersen, zowel rechtdoor- als stolpmachines met 6, 8 of 10 torens. Het overgrote deel van het binnenwerk en het buitenomslag zijn op deze grote persen gedrukt. Er zijn daarnaast wat onderdelen in het boek die in een of twee kleuren gedrukt moesten worden met een beperkte omvang. Uitermate geschikt om op kleine drukpersen te drukken, vandaar dat we deze hebben ondergebracht bij Lenoirschuring. En niet in de laatste plaats vanwege de kwaliteit.

Zijn er momenten in het productieproces geweest waarin jij kon bijsturen?

Jos Morree (productie): Ik zou niet direct zo kunnen zeggen dat ik heb moeten bijsturen. In het offerte stadium streef ik naar duidelijkheid zodat helder wordt wat men mag verwachten van het eindproduct waarbij het aangeven van toleranties erg belangrijk is. Achteraf concluderen welke katernomvang, het toepassen van creep, het uitsparen van inkt/vernis waar lijm wordt aangebracht etc . nodig waren om tot het beste resultaat te komen is te laat. Bijna goed is fout.
Natuurlijk sturen we aan de pers of op de bindlijn iets bij. Daar ontkom je niet aan. Ik zie iedere drukvorm en iedere bindgang. Het nu eenmaal lastig herstellen wanneer het een boek is.

Wat waren uitdagingen binnen de lithografie?

Marc Gijzen (lithograaf): Het werken aan een boek met één fotograaf of kunstenaar is totaal anders dan andere boeken. Van begin af aan moeten we elkaar als persoon liggen, want de samenwerking is eigenlijk heel intiem.
Bij een project als dit is het mijn taak om het beeld zo optimaal mogelijk en geheel volgens de wens en gedachte van de fotograaf in druk te realiseren. En natuurlijk heb ik wel ideeën over hoe deze beelden zo goed mogelijk tot hun recht komen. Hierbij hou ik rekening met het gekozen papier, de drukker, en de druktechniek, en natuurlijk ook met het idee van de vormgever.

Natscha en ik brachten samen veel tijd door aan het scherm, en spraken dan niet alleen over de beelden in kwestie, maar ook over van alles en nog wat. Dan kom je op een gegeven moment in een modus dat een half woord genoeg is om een beeld de goede kant op te brengen.

Hoe lang doe je eigenlijk ongeveer over zo’n project?

Marc Gijzen (lithograaf): Een project als dit loopt over een aantal maanden, soms zelfs een jaar of langer. Het werk zelf neemt een paar weken in beslag.

Het boek is gebonden in de Otastar bindwijze, wat zijn de voordelen hiervan?

Brepols (binderij): De basis van Otastar® is identiek aan de goed vlakliggende, met koudlijm gebrocheerde Otabind®
De ‘trekkersporen’ (de dubbele platril) van Otabind worden mooi verstopt door een tweede omslag, die met hotmelt op de rug van de eerste Otabind-omslag wordt verlijmd.
De omslag op de rug wordt hierdoor ook steviger.

Is Otastar een stuk duurder dan andere bindwijzen?

Brepols (binderij): Dat is appels met peren vergelijken. Het is duurder dan garenloos gebrocheerd, en duurder dan Otabind door de dubbele doorgang. Maar het is meestal goedkoper dan een genaaide hardcover.
Een keuze voor een bindtechniek kan gebaseerd zijn op prijs, maar de smaakgevoeligheid is een veel belangrijkere factor. Het binden is slechts een onderdeel van het gehele proces, net als de kosten ervan. De keuze voor een bindtechniek is echter niet onbelangrijk en kan het boek maken of kraken. Laat je niet snel afschrikken om een, wellicht duurder, alternatief voor het binden te kiezen. Grote kans dat het mee zal vallen.

Papiersoorten:
Omslag: Curious Matter Black Truffle 270 g/m2 van Antalis
en Stardream Rose Quartz 285 g/m2 van Igepa
Binnenwerk:
Munken Lynx Rough 100 g/m2 van Antalis
Curious Matter Black Truffel 135 g/m2 van Antalis
Pop’Set Storm 80 g/m2 van Antalis
en Clairefontaine Trophée Pastel Roos van Igepa

Foto’s bij dit artikel: Justina Nekrašaitė
Interview: Michelle Janssen (stagiair) i.s.m. Esther Krop